053 - Inderdepartementale Koeriersdienst
Wie heeft informatie c.q. documentatie met betrekking tot de Inderdepartementale Koeriersdienst?
Reactie:
Uit Mijn Stokpaardje van Mei, 1948 komt het volgende: “Hieronder beelden wij af een sedert enige tijd in gebruik zijnde zegel (geen postzegel) van de “Interdepartementale Koeriersdient”. Als bijzonderheid arvan kunnen wij melden dat dit zegel wordt geplakt op Dienststukken die per (motor-) koerier met de grootste spoed worden overgebracht.
Slechts enkele ambtenaren beschikken (bij wijze van procuratie) over de ongebruikte zegels. Dit met het oog op het onnodig gebruik van de de dure koeriersdiensten.(Een en ander medegedeeld door abonnee Dr. Ir. C.L.M. Kerkhoven te Voorburg.)
“Zie verder: Naamlijst van Postale Etiketten, 1882 – 1984, van D. de Vries, PO&PO Uitgave 1985: KOERIERSDIENST

Direct na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog is het Postverkeer tussen de onderscheidene Departementen in Den Haag weer zo snel mogelijk op gang gebracht.
In het voorjaar van 1946 vond, op voordracht van et Ministerie van Financiën, een enquete plaats bij de bodediensten van de verschillende Departementen. Dit teneinde tot een centralisatie van de interdepartementale postbezorging te komen. Omstreeks juli/augustus werd het materiaal van de Rijks Automobiel Centrale de “Centrale Motorkoeriersdienst” ingesteld. Centrum was het Ministerie van Uniezaken op het Binnenhof.
De dienst fungeerde voor rekening van het Ministerie van Financiën voorlopig kosteloos, om het gebruik te peilen. Men verzorgde het postvervoer tussen de overheidsorganen in de gemeenten Den Haag, Rijswijk, Voorburg en Wassenaar; per 1 oktober 1946 werd de dienst tot interlokale verzending uitgebreid. Op 1 december 1946 werd de dienst definitief, waarbij ook gebruik werd gemaakt van de autodiensten van de PTT. In opdracht van de Huishoudelijke dienst van het Ministerie van Financiën werden door de Algemene Landsdrukkerij voor het lokale verkeer zegels gedrukt op roodlila (en later op donkerrood) papier.
Voor interlokaal verkeer werden zegels in oranjekleur gedrukt. Ze werden respectievelijk tegen 25 en 100 cent per stuk op rekening aan de Departementen geleverd. De frankering was: 1 zegel voor gewone stukken, 2 zegels voor spoedstukken, 3 zegels voor een zending met ontvangstbevestiging en 4 zegels indien op antwoord door de koerier moest worden gewacht.
De stempels waren: cirkelvormig rubberstempel met Nederlandse leeuw in gekroond wapenschild en de tekst: Interdepartementale Koeriersdienst. Omstreeks 1954 is er ook een 3-regelig rubberstempel: Rijksautomobielcentrale – 1e van der Kunstraat 282 -‘s-Gravenhage. Omtrent de opheffing van deze Koeriersdienst bestaat nog geen definitieve zekerheid. Aanvankelijk zou deze op l februari 1952 worden beëindigd en de zegels per 1 maart d.a.v. uit omloop worden genomen.
Op 1 mei is aan het Ministerie van Financiën verzocht om deze dienst opnieuw in het leven te roepen; na enige jaren echter is men er definitief mee gestopt.(naar gegevens van J.A.C. van Rijswijk).
Hans Kremer