113 - Wie kan een portverklaring geven van getoonde brief?
Bijgaand een kopie van een interessante complete brief, afkomstig van het. Kon. Huis. Verzonden: ’s-Gravenhage 1 juni 1849, brief is bestemd voor de Hertog van Nassau in het Hertogdom Nassau te Biebrich – Dld.-
Is een schrijven als uitnodiging om aan “Tafel” te zitten met de Koning en Koningin der Nederlanden.
Graag een antwoord op de volgende vraag; Wie kan een portverklaring geven van getoonde brief?
Reactie:
Deze brief was niet gemarkeerd als afkomstig van de Nederlandse koning en werd dus als een gewone brief verzonden. De Nederlandse binnenlandse frankering was ontleend aan het tarief van 1817 en niet aan dat van 1818.
Daarom werd Den Haag-Arnhem genoteerd als “20” cent en niet als 25 cent. De “20” cent werd bij aankomst in Pruisen omgezet in “3,75” Silbergroschen (Sgr) en verder omgezet in 14 Kreuzer. Het Pruisische aandeel was 2½ Sgr volgens het speciale tarief bij de NL-circulaire 359. 2½ Sgr was 8 Kreuzer. Het aandeel van Hessen was volgens dezelfde circulaire 1,75 Sgr of 6 Kreuzer.
Het totaal is nu 14 + 8 + 6 = “28” Kreuzer zoals op de voorkant staat.
De geadresseerde heeft klachten ingediend omdat het een soort officiële brief was. De Hessense postdienst (de Thurn & Taxis Post) heeft blijkbaar aanvaard om het Hessische aandeel terug te betalen waardoor het nieuwe totaal “22” Kreuzer is zoals op de voorzijde geschreven.
Erling Berger