166 - Overschot portzegels emmissie 1 en 4 te Slebat.

In mijn bezit heb ik een briefkaart van Seblat met rondstempel. Wat mij intrigeert is de tekst op de achterkant. Wordt in dit schrijven gesuggereerd dat op 7 augustus 1886 portzegels van 10 cent en 20 cent uit 1874 op het postkantoor aldaar nog aanwezig zijn (als die briefkaart daar tenminste vandaan komt ?), of komt die gewoon van een bedrijf?

  • Misschien zegt de naam van de afzender in dit verband iets?
  • Hildering of Uildering?

Reacties naar de webmaster

Reactie:

Het gaat hier toch zéker om een kaart afkomstig van de postkantoorbeheerder in Seblat. Een ‘gewoon bedrijf’ heeft geen portzegels in huis, en kan toch ook niet zinvol over ‘na afstempeling’ schrijven.

Frans van de Rivière

Nog een reactie: 

Uit de tekst van de achterzijde van de briefkaart blijkt dat er op het (postkantoor) nog veel portzegels uit de 1e emissie nr. 2 en 4 beschikbaar zijn. Deze portzegels kunnen verkregen worden, na afstempeling (met puntstempel 78 van Seblat?), door de persoon die op de adreszijde van de briefkaart is vermeld. Het was in die tijd mogelijk dat portzegels werden gekocht door het publiek. Men sprak dan van het “debiteren” van portzegels, hetgeen op de maandstaat van de chef van het postkantoor moest worden verantwoord.

Indien de persoon in kwestie via deze weg een (groot) aantal portzegels heeft te weten bemachtigen, is dit waarschijnlijk het antwoord op de vraag waarom er relatief zoveel portzegels uit de 1e emissie nr. 2 en 4 bekend zijn met een puntstempel 78 van Seblat.

Een melding van de relatief grote hoeveelheid portzegels met “betere” nummers werd al in 1930 gedaan door P.C. Korteweg in zijn artikel “De puntstempels in Nederlandsch-Indië” in het tijdschrift De Philatelist.

Hij schreef: “De betere nummers worden, evenals bij de Nederlandsche puntstempels, nog al eens op de meer bewaard gebleven portzegels aangetroffen.” Ik heb hieraan een artikeltje gewijd op mijn website www.puntstempels.nl

Hans Kruse

Scroll naar boven
Po & Po