Briefkaarten met een sterretje
De briefkaarten met het sterretje. Wat er met onze briefkaarten aan de hand is, is mij een raadsel. In Amsterdam was midden september de 2½ cent briefkaart met gedeelde voorzijde niet meer te verkrijgen, doch in plaats daarvan de vorige kaart waarop in den linkerbenedenhoek, boven de 2 regels bestemd voor het adres des afzenders, een roset in de kleur van stempel en inschrift is aangebracht. Eenzelfde figuurtje vertoont ook de kaart van 2½ + 2½ op beide kaarten, en die van 5 cent. Het is moeilijk te raden wat deze roset beteekent. (J.E. Bohlmeijer in de rubriek “Nieuwe uitgiften, afwijkingen , bijzonderheden” in het Nederlandsch Tijdschrift voor Postzegelkunde, oktober 1908, jaargang 25, nr. 288, pag. 142)




De samenstellers van de catalogi zaten er ook mee. Costerus (1917) en Ascher (1928) zeiden er niets over. Zwolle (1933) sprak van een als proef gebruikte kartonsoort, die dunner was. De Veer (1947) en aanvankelijk ook Ten Geuzendam namen dit over. Uitgebreid archief onderzoek door Stapel (1994) bracht uiteindelijk de uitkomst. Hoewel niet Stapel niet de complete correspondentie over deze kaarten heeft teruggevonden, kon de geschiedenis uit de beschikbare stukken goed gereconstrueerd worden.
Allereerst is er een brief van de Directeur-Generaal aan de Controleur-Magazijnmeester waarin het volgende te lezen valt: In verband met de voorgestelde invoering van briefkaarten voor het plaatselijk verkeer tegen een port van 1½ cent is met Professor van der Berg in overleg getreden om ook voor de interlokale en internationale briefkaartformulieren minder kostbaar papier dan thans te bezigen. Op grond van het ter zake door dien Hoogleeraar uitgebrachte advies is bij mijn schrijven van 10 maart l.l. N 4929, waarvan afschrift hiernevens gaat aan de firma H.F. de Charro en Zonen alhier, de levering opgedragen van twee partijen papier in de rose en de groene kleuren van het tegenwoordig in gebruik zijnd briefkaart-carton.
Blijkens de mede hierbij gevoegde verklaring heeft de genoemde firma zich tot de gewenschte levering verbonden. Na ontvangst en zorgvuldige keuring van dat papier in overleg met meergenoemden Hoogleeraar, behooren daarvan voor 2/3 gedeelte enkele en voor 1/3 gedeelte dubbele briefkaarten te worden vervaardigd. Zoodra deze kaarten , voorzien van een klein sterretje in een der hoeken van de adreszijde of waar dit het meest geschikt kan worden aangebracht, gereed zijn, wacht ik daarvan bericht, onder terugzending van de verklaring van de firma de Charro & Zonen.
Voor de overige correspondentie omtrent deze zaak zie De Postzak, nr 178, augustus 1994, blz. 169-178. Kees Stapel heeft aan de hand van een aantal archiefstukken laten zien dat de uitgifte van de briefkaarten met het sterretje tot doel had ook voor de interlokale en de internationale een andere kartonsoort te beproeven, waarbij verlaging van de kosten als enig motief naar voren kwam. De wens naar zo’n goedkopere kartonsoort was ingegeven door het feit dat goedkoper karton gebruikt zou gaan worden voor de lokale kaart die na wijziging van de postwet ingevoerd zou worden.Als spin-off van dit onderzoek kennen we ook de exacte oplagecijfers van deze kaarten:
2½ cent | datum: 22 juni 1908, aantal gave stuks: 131.621 |
2½ + 2½ cent | datum: 22 juni 1908, aantal gave stuks: 32.159 |
5 cent | datum: 22 juni 1908, aantal gave stuks:131.684, 22 augustus, aantal gave stuks: 205.920. Totaal dus 336.207 stuks |
5 + 5 cent | datum: 22 juni 1908, aantal gave stuks: 31.952 |