Deze oorspronkelijk in Amerika en later Canada ontwikkelde machine werd in Karlsruhe door de Deutsche Waffen- und Munitions Fabriken AG in licentie gebouwd.
De firma Georges & de Watteville uit Amsterdam was de importeur voor Nederland.
Misschien is de eerste vermelding van deze machine te vinden in het Archief van het Hoofdbestuur van het Staatsbedrijf der Posterijen en Telegrafie, 1893-1926, aanwezig in het Nationaal Archief in Den Haag.
In ieder geval werd door P&T op 21 jan 1904 aan zowel de Oostenrijkse, als ook aan de Duitse Postadministratie om inlichtingen over dit type stempelmachines gevraagd. Dit resulteerde in een mededeling aan Georges & de Watteville op 30 maart, dat de machine op proef genomen zou worden.
Na wat discussie over hoe de stempel er uit moest zien en dat de machine via Zevenaar ingevoerd ging worden, kwam bericht, dat een er monteur op 6 augustus vanuit Karlsruhe op weg ging. Die moet snel gewerkt hebben, want de eerste afdrukken zijn van -8.8.04, 3-4N bekend.
Den Haag kreeg op 19 juni 1907 de opdracht de Bickerdike naar het Hoofdbestuur te brengen. Wat er daarna mee gebeurd is, is niet bekend.
Hier volgen poststukken en afbeeldingen van de belangrijkste gebeurtenissen met de machine.
Eerste dag
De eerste dag van gebruik: -8.8.04, 3-4N
Beschadiging stok
De eerste beschadiging van de stok moet op -1.9.04 tussen 5-6N en 8-9N ontstaan zijn. Er mist een stuk van de balk onder de laatste E van ’s-GRAVENHAGE.
-1.9.04.4-5N nog zonder beschadiging
-1.9.04.8-9N met beschadiging onder de tweede E
Dagkarakters
De eerste twee radertjes met karakters waren voor de dag bestemd. Op het eerste werd 1, 2, 3 en -, op het tweede 1 t/m 0 en – gegraveerd. Hierdoor kon op de eerste, tweede en derde van de maand -1 of b.v. 3- ingesteld worden.
Hier een voorbeeld van de minder vaak gebruikte methode: 2-.9.04. Over het algemeen blijft op zo’n dag dezelfde volgorde bestaan.
2-.9.04.6-7V
Gezien het grootrond stempel, werd de Heer Dokter op 26 aug niet in Den Haag gevonden. Blijkbaar werd hij op 2 sept wel in Lochem ontdekt. Daarom werd deze briefkaart in ’s-Gravenhage een tweede keer gestempeld, nu met de Bickerdike.
Een dag met -2 en 2-
Tot nu toe, de enige dag, waar de twee mogelijke combinaties van de dagkarakters (-d en d-) gebruikt is. Dit dan wel tijdens verschillende uren.
-2.2.05.3-4N
2-.2.05.7-8N
VB
12-6V
Vanaf het begin, dat de Bickerdike gebruikt werd, tot eind maart 1905 werd er alleen tijdens oud en nieuw met 12-6V gestempeld. Er werd toen wel tussen 6-7V gewerkt. Vanaf 1 april 1905 veranderde dat. Dan is 12-6V heel normaal en zijn er tussen 6 en 9 uur geen stempels te vinden, met uitzondering van april 1905, toen ook tussen 8-9V gestempeld werd.
-1.1.1905.12-6V
12-2V
Nog eens nacht-uren. Op 28 en 30 december 1905 werd met 12-2V in plaats van 12-6V gestempeld. Verder komen die met de Bickerdike niet voor.
28.12.05.12-2V
30.12.05.12-2V
Een nieuwe stok
Uit de indices op het verbaal “Hoofdbestuur” 1893-1919 valt op te maken, dat P&T in november 1904 een nieuw stempel besteld had via Georges & de Watteville. Zij ontvingen de stempel voor Den Haag op 23 februari 1905.
24 feb 6107 Van Georges en de Watteville Amst 23/2 Bericht ontvangst stempel voor stempelmachine in beproeving aan pkt denhaag.
Tijdens de nacht van 24 februari werd stok 1 nog gebruikt, een etmaal later, weer tussen 10-12N zat stok 2 in de machine. Van de andere uren van die dag zijn geen afdrukken bekend. Op 27 februari zijn beide typen gebruikt. Afdrukken tot 12-1N type 2 en vanaf 7-8N type 1. Beide stokken werden toen in combinatie met de golflijnen gebruikt.
Stok 1 op 24.2.05.10-12N
Stok 2 op 25.2.05.10-12N
Stok 1 op 27.2.05.10-12N
De nieuwe vlag met leeuwen
9 mei is de laatste reguliere dag, waarop stok 1 met de golflijnen gebruikt werd, tot 12-1N. Tussen 1 en 3 werd de machine vrijwel nooit gebruikt, maar tussen 3-4N