Ons ben Zunig!!

Met de reclameslogan ONS  BEN  ZUNIG! probeerde enige jaren geleden een margarine-fabrikant een nieuw merk in de markt te zetten. Zowel met de naam van het product als met het dialect waarin deze reclamekreet was gesteld, werd geprobeerd een relatie te leggen met de zuinige Zeeuwen. 

Onder zuinigheid verstaan we in brede zin het niet méér uitgeven van geld of materialen en grondstoffen dan strikt nodig is. Daarbij mag best een goede kwaliteit nagestreefd worden.

Wanneer men streeft naar een zo goedkoop mogelijk product en genoegen neemt met mindere kwaliteit, dan kan dit ontaarden in gierigheid of vrekkigheid.

Zuinigheid is dus een deugd, zeker wanneer dit betrekking heeft op (gematigd- en hergebruik) van materialen en grondstoffen. 

Ook in het postvervoer komen voorbeelden van zuinigheid voor.

Zuinig gedrag door de PTT
Het hergebruiken van postwaarden die door tariefswijzigingen overbodig zijn geworden door middel van een opdruk.
Het uitgeven van een kleiner formaat briefkaarten in tijden van papierschaarste.    

Zuinigheidseducatie door de PTT
Het gebruik van reclameslogans op het gebied van zuinigheid in machine-stempels

Zuinig gedrag van afzender of ontvanger
Het gebruiken van niet daarvoor bedoelde materialen voor het vervaardigen van enveloppen.
Het wegwassen van het adres teneinde het papier opnieuw te kunnen gebruiken.
Het “keren” van enveloppen of adreswikkels teneinde het opnieuw te kunnen gebruiken.
Het voorzien van gebruikte enveloppen van een nieuwe adres-label (1).
Het voorzien van gebruikte enveloppen van een nieuwe adres-label (2).
Het zonder meer opnieuw gebruiken van een reeds gebruikte enveloppe.
Het gebruiken van uitknipsels van de zegelindrukken van niet gebruikte postwaardestukken.

Het bewust te laag frankeren van poststukken.
Dit mag natuurlijk niet onder de rubriek zuinigheid worden gerekend. Het is oplichting van de PTT.

Zuinig gedrag door de PTT
Het hergebruiken van postwaarden die door tariefswijzigingen overbodig zijn geworden door middel van een opdruk.

1921 Drie opdrukken over elkaar heen.
De oorspronkelijke lokale briefkaart van 1½ cent werd uitgegeven op 15 december 1909. Op 16 november 1916 werd het tarief verhoogd naar 2 cent. De nog voorradige briefkaarten werden in 1916/17 overdrukt met “2 cent”.
Op 1 november 1919 verviel het lokaaltarief. Het tarief voor lokale en interlokale briefkaarten steeg naar 5 cent. De nog voorradige voorraad van overdrukte kaarten werden in het voorjaar van 1920 opnieuw overdrukt; nu met “5 cent”.
Nadat op 1 maart 1921 het tarief was verhoogd naar 7½ cent was opnieuw een opdruk nodig. Dus 7½ op 5 op 2 op 1½ cent.Het tarief voor lokaal verzonden briefkaarten was dus in nog geen 4½ jaar vervijfvoudigd!

Zuinig gedrag door de PTT
Het uitgeven van een kleiner formaat briefkaarten in tijden van papier-schaarste.

1945
In en kort na de tweede wereldoorlog was er een groot tekort aan grondstoffen. Zo ook papier. 
Door de PTT werden daarom briefkaarten op kleiner formaat (105*74 mm in plaats van140 * 90 mm) aangemaakt. Een deel van de oplage is gedrukt op ruw bruin kartonpapier.

Zuinigheidseducatie door de PTT.

Het gebruik van reclameslogans op het gebied van zuinigheid in machine-stempels.

1944 en later
Door middel van slogans in machinestempelvlaggen werd het publiek opgeroepen om zuinig te zijn met grondstoffen.

1946 PAPIERNOOD? levert oud papier in.

1944; Afvalstoffen beswaren is grondstoffen sparen.

Zuinig gedrag van afzender of ontvanger
Het gebruiken van niet daarvoor bedoelde materialen voor het vervaardigen van enveloppen.

1913
Een drukwerkenvelop die werd gemaakt uit een oude krant!

Zuinig gedrag van afzender of ontvanger.

Het wegwassen van het adres teneinde het papier opnieuw te kunnen gebruiken.

1802
Aangetekende (K. I.F) brief van Goes (K. 16; 2 aug 1802) naar Amsterdam (18 aug 1802), belast met dubbel port (3 st ? 6 st).
Het is duidelijk te zien dat het oorspronkelijke adres (grotendeels) is weggewassen. Dit is de reden voor de merkwaardige plaats van het nieuwe adres: helemaal boven- en onderaan de brief. Er tussenin, op de plaats van de krijttaxering, staat het oude adres.

Zuinig gedrag van afzender of ontvanger
Het “keren” van enveloppen of adreswikkels teneinde het opnieuw te kunnen gebruiken.

1872
De brief werd aanvankelijk verzonden van Koudekerke via Middelburg en Zierikzee naar Brouwershaven. De enveloppe werd door de ontvanger “gekeerd” en het antwoord werd hierin verzonden.

Het zonder meer opnieuw gebruiken van een reeds gebruikte enveloppe.

1953
In deze enveloppe werd aanvankelijk een (niet dichtgeplakt) drukwerk (3 oktober 1953; 2 cent Van Krimpen) van de Groninger “Debating Club” verzonden. De zuinige hooggeleerde vader gebruikte deze enveloppe om aan zijn gelijknamige zeergeleerde zoon een brief te sturen (30 november 1953; 10 cent Kind 1953).

Zuinig gedrag van afzender of ontvanger
Het voorzien van gebruikte enveloppen van een nieuwe adres-label

1944

Aan het einde van de tweede wereldoorlog en kort daarna heerste er een grote papierschaarste. Reeds gebruikte enveloppen werden hergebruikt door een gegomde adresetiket te gebruiken. Met dit etiket werd de open-gesneden bovenzijde dichtgeplakt.Dit scheelde de hoeveelheid papier van ongeveer een halve enveloppe. Bovendien konden ook andere enveloppen, zoals giro-enveloppen, worden hergebruikt.

Zuinig gedrag van afzender of ontvanger

Het voorzien van gebruikte enveloppen van een nieuwe adres-label.

1989

Ook in tijden van relatieve luxe worden “hergebruiketiketten” uitgegeven om grondstoffen te besparen.

Deze etiketten zijn uitgegeven door “De Kleine Aarde”te Boxtel.

Zuinig gedrag van afzender of ontvanger

Het gebruiken van uitknipsels van de zegelindrukken van niet gebruikte postwaardestukken.

1984
Wat doet een posthistorische vereniging wanneer er jubileumbriefkaarten onverkocht blijven? Een klein deel wordt bewaard om te verkopen aan nieuwe leden. Van het restant wordt de zegelindruk uitgeknipt en, zuinig-heidshalve gebruikt ter frankering.

Met nadruk wordt gesteld dat het hier ongebruikte briefkaarten betreft en niet gebruikte, maar ongestempeld gebleven kaarten.Deze zouden uiteraard niet opnieuw moeten worden gebruikt, omdat de PTT voor deze ongestempeld gebleven briefkaart wel degelijk een dienst heeft verricht.

Het bewust te laag frankeren van poststukken
Dit mag natuurlijk niet onder de rubriek zuinigheid worden gerekend. Het is oplichting van de PTT.

1911
Als voorbeeld twee ansichtkaarten uit 1911 van een man uit Nieuw-Buinen naar zijn geliefde in Valthermond. Onder de twee postzegels van ½ cent (samen 1 cent voor het drukwerktarief, maar twee maal zoveel ruimte als onder één 1 centzegel) schreef hij een kattebelletje aan zijn geliefde. Hiermee bespaarde hij zich 1½ cent en de spiedende blikken van een nieuwsgierige moeder.
Scroll naar boven
Po & Po